Met mijn handen voor me uit
tastend naar het licht
dat niet tastbaar is
en niet schijnen zal,
Mijn huid opengereten
door zachte spinnewebben
en mijn ogen verblind door
jouw eeuwige schoonheid,
Mijn neus achterna
naar de geuren van jouw lichaam
en mijn spanning steigend
tot een hoogtepunt,
Schuifel ik rechtstreeks
het duister in van een dal
waarvan ik weet dat
ik er sterven zal.