Mijn gedachten spelen met m'n hoofd,
Verloren was ik, weg de concentratie,
Temeer van het gezonde verstand beroofd,
Wachtend op het vrijlaten, het woord, de gratie.
Waarom voel ik mij zo... vreemd en raar,
Waarom zie ik alles toch met die andere ogen,
Hoe kan het toch dat ik zo kijk, zo.. staar,
Alles zo fotografisch mooi, doch sprookjesachtig bewogen.
Ben ik het, of veranderd de wereld zo,
De reden niet bekend, maar verlangen des te meer,
Waarom deze situatie, waarom deze status quo,
Vreemd verlangen, hevig en fel, dat ik constateer.
Het is een droom waarin ik mij begeef,
Als mijn gedachten naar haar uitgaan,
Haar aanblik, en ik weet waarom ik leef,
Zij is alles, mijn reden, tot mijn bestaan.
Gedachten dwalen af, naar dat o zo mooie meisje,
Wanhopig doch ook hoopvol, tot zekerheid is verkregen,
Zij is wat ik wil, bovenaan mijn lijstje
Denk jij misschien ook aan mij, of hou je het verzwegen?