Leven in een vlakte
In de nacht van mijn verlangen
Terwijl ik tastend zoek
Naar een muur
die me kan leiden
uit dit doolhof van gevoelens
Geen hoop meer vinden
Terwijl ik staar naar de sterren
Die me toelachen
Met de jaloersheid die ze dragen
Ik leef nu op de rand
Van de brug waarop ik zit
De enige plek waar dat te vinden
de steun van een echte vriend
Slechts één weg naar beneden
Toch nog niet willen
De vrees voor iets
dat me nu besluipt
Ondanks dat ik toch weet
dat ik het verdien
Leven op een wolk
die strijdt met de zon
Terwijl ik steeds meer vraag
Om niet te doen
Wat me bezighoudt
Vervallen in vergetelheid