(Mailtje) Titelloos want ongesproken.
...Lig je met je dikke oogjes en tuitend mondje heerlijk verweg
onder de rand van de deken, diep inademend, als verwarmende
zuchten.... haren overal, golvend vallend langs en over delen
van je zo vreedzaam verwilderdlijkende hoofd... Ik luister een
minuut lang, en kijk, gefascineerd naar je... dan schiet het
maar door mijn hoofd: 'Jij bent het prachtigste ding', en dan
zucht ik ook zo diep dat ik er wee van wordt en besluit weg te
moeten gaan om het me niet te veel te laten worden... ik kus
je voorzichtig tussen de haren door op de plek waar je droomd.
Dit staat vast; alles zal vandaag verblijven dit begin.
...Eerst zit ik in de huiskamer achter de pc en de koffie, dan rook
ik buiten op het balkon mijn eerste sigaret, en hergevoel me je er,
zo dichtbij weer, achter me in de slaapkamer liggend; beeld van
je liggen, beeld van wat ik zag, zie, het gaat niet weg... het is een
trans zo diepend, er is geen weg er uit. Ik zal het moeten eeuwigen,
los te laten wetend dat het blijft, ik schrijf het neer, ik typ het in, ik
plaats het te vinden, voor de anderen op aarde... Je beeld, zweeft
door duizendvoudige waardevolheden rond. Je droomt maar lief, je
ademd maar van warm. Jij hoeft niet te waken wil je zijn. Rust; de
wereld zijn geborgende armen om je heen, veiliger is er geen.
20'12'2005.