Het Rollenspel
Op een dag zat een man bij de haard,
Hij keek wat droevig naar zijn hond’s staart.
Want de man wou zo graag een paard zijn,
Lekker rennen door de wei,dat leek hem fijn.
Zo droomde de man die nacht over zijn wens,
Hij draafde door de velden en voelde zichzelf een ander mens.
Nou mens? Hij was dan misschien een dier,
Maar hij had hiermee zeker meer plezier.
Maar plotsklaps werd hij wakker, werd gewekt uit zijn gesnurk,
Naast hem zat een jonge man neer bij hem gehurkt.
De jongen sprak toen tegen hem met een zachte mooie toon,
‘Als jij zo graag een paard wil zijn dan,dan ben je dat gewoon’.
Toen plotseling, de jongen was weg met een kleine zachte plof,
Voordat de man iets zeggen kon,dat was een beetje grof.
Maar desondanks vond de man de gedachte niet eens zo raar,
Hij dacht bij zichzelf waarom ook niet, ik word gewoon een paard!
Een zo draaft de man op heden in de wei,
De mensen verklaarden hem voor gek maar desondanks was hij heel blij.
Maar op een dag kwam er een jager met een gigantisch groot geweer,
Hij richte toen zijn wapen en schoot de man toen neer…..
De mensen vonden dit bizar, ja ze gooiden hem in de bak,
Ze waren boos en scholden hem uit voor moordenaar en zak.
Maar denk goed na voordat je denkt,gelijk hebben ze wel,
Want voor je het weet ben je verstrikt in het rollen-omdraai-spel.
Moraal: Als de een denkt dat hij iets anders kan zijn waarom kan een ander daar dan niet op inspelen?