Vol zelfmedelijden zat hij daar
in een hoekje
Zijn ogen glansden verdrietig
en hij zag er verhit uit
Ik bekeek hem vol medelijden
en glimlachte voorzichtig naar hem
Verdrietig glimlachte hij terug,
tot mijn opluchting een gemeende glimlach
In stilte
ging ik naast hem zitten
Verbaast keek hij me aan,
en sloeg toen zijn ogen neer
We bleven een tijdje zwijgend zitten,
en staarden onbehaaglijk naar de grond
De hitte nam toe,
zo ook mijn zenuwachtigheid
Een hardnekkig stemmetje in mijn achterhoofd
fluisterde dat ik hem alleen moest laten
Maar naar hem kijkend
voelde ik gewoon dat ik bij hem moest blijven
Hij zag er moe uit,
alsof hij een paar nachten niet geslapen had
Ik vroeg het hem,
en hij vertelde me dat dat inderdaad het geval was
Zenuwachtig vroeg ik wat de oorzaak was,
al had ik wel een vermoeden
Hij fluisterde dat hij sinds het tussen ons uit was
geen nacht had geslapen
Mijn medelijden werd groter,
en ik voelde de vlinders weer fladderen
Het stemmetje in mijn achterhoofd negerend
voelde ik dat het wel weer goed zal komen