Met mijner ogen heel wijd opengetrokken
Lag ik eenzaam in die stille nacht te dromen
Over het meisje met de zwavelstokken
Die ik onverwachts lachend tot mij zag komen
Even terug in die tijd der langen rokken
Dacht ik het aller ergste nu te doorkomen
Zo scheurde ik mijner gedichten aan brokken
Om het eens beschreven drama te voorkomen
Papier brandt langer dan lucifers aan brokken
Maar ik was eigenlijk te veel ingenomen
Want door mijn goedheid was het meisje geschrokken
Ze heeft zelfs niet eens mijn versjes doorgenomen
Niet voor de dood maar voor het leven geschrokken
Had zij het mij destijds reeds willen aantonen
Waarom zij de toekomst niet is ingetrokken
Doch ik moest het met ondervinding betomen