Kom bij me, ik wil je laten zien dat de lucht zwart is geworden.
Als de ramen open gaan is er niets, het is leeg.
Kom bij me, ik wil je laten zien dat de bloem in de vaas verwelkt is.
Mijn koude handen hebben tot nu toe geen warme handen aangeraakt.
Laten we net als vroeger verhalen vertellen aan elkaar.
Laten we vissen in verlangen die komen van pijn.
Kom bij me, ik wil je vertellen over de verhalen van wolf en lam.
Hoe ze elkaar ontmoet hebben in het grote veld.
Weet Je, het was nacht.
Het lam kon de wolf niet goed zien.
Het lam heeft mooie woorden van de wolf gehoord,hele mooie woorden.
De wolf heeft het eenzame lam naar een nieuwe stad gebracht.
Toen het lam bezig was met dromen heeft de wolf hem opgegeten.
Het lam kon het zich niet voorstellen en zei, misschien slaap ik, maar er was een lege plek in zijn hart.
Kom bij me, jij bent die slechte wolf die met trucs en bedrog bij mij lang geweest is.
Kom.