Van binnen alles luid en toch zo stil.
Fluisterende gedachten vormen een gil.
Zwevend heen en weer.
Houden op en gaan neer.
Horend een geruis als dat van de wind.
Niet meer wetend waar ik mij bevind.
Een hart, als een rivier dat stijgt.
Langzaam verdrinkend raak ik mijzelf kwijt.