Waar je bent klaar ik op.
Onnodig te weten wie je bent,
ik zie dat je mij bent toegewijd.
Je ogen stralen lavende warmte
ik smelt er weerloos in weg.
Zelfs in de winter schijnt jouw zon
ten volste voor mij en mijn land.
Hoe lieflijk het groen in jouw licht,
hoe bruisend straalt je bron.
Waar je bent vrees ik niets.
Je glimlach is mijn geluk
een lente die weer bloeit.
Je lust sterkt mijn spieren
en voedt mijn krachten.
In het veroveren van tijd
het doorbreken van grenzen
scheppen we opnieuw ruimte
voor de vervulling van leven.
Waar je bent vind ik mezelf.