Jij bent / was voor mij degene, Ik ben nooit (niet) degene voor jou geweest,
Jij blijft (een) fout (ingaan), Ik voel (de) fout,
Jij doet, Ik doe (ook) mee,
Jij geeft mij (minder), Ik wil je (niets) meer geven,
Jij vergat (wat) te vertellen, Ik vergaf het (voor jou),
Jij was niet eerlijk tegen mij, Ik wil(de) eerlijk in (samen)zijn een- heid,
Je blijft bellen, Ik neem (toch) op,
Jij praat, Ik lach,
Jij houdt een plekje voor een ander, Ik hou het plekje (nog) niet (open) voor iemand,
Jij blijft trekken, Ik kan / wil (nog) niet los,
Jij zegt: ik vind je bijzonder, Ik vind mezelf (en voel me, nog) stom(mer),
Jij maakt ervan: ik kan niet weg, Ik voel me gebruikt,
Jij bent mijn verslaving, Tot het moment dat ik over je heen ga!