Weet je nog, daar op die rots?
Weet je nog,
die dag dat we daar zaten,
na die lange zomer?
Weet je het nog?
Op een rots zaten we toen,
eb en vloed gingen aan ons voorbij,
toen, daar boven op die rots.
En kun je je dan ook nog herinneren dat
ik jou en mij vergeleek
met de rots en het water?
Ik heb er sindsdien nog vaak over nagedacht,
en het klopt echt, dat van jou en mij.
Jij was als die rots,
altijd sterk, altijd daar.
Ik was als het water.
sporadisch aanwezig.
En hoewel jij hield van mijn golven,
mijn impulsiviteit,
nam ik jouw doortastendheid voor lief.
Daar op die rots voelde ik het,
ik voelde het toen je me aankeek.
Jullie waren één.
En hoewel ik naar je lachte,
toen jij tevreden je hand op mijn knie legde,
was ik niet gelukkig,
daar op die rots.
Want onbewust
voorzag ik toen wat er gebeuren zou,
daar op die rots.
Ik voelde hoe jij je open stelde,
je spleten en kieren aan mij zou laten zien.
Daar, op die rots.
Maar weet
dat ik ben als het water
dat zich een weg baant
door jouw kieren en spleten.
En, zonder dat je het door hebt,
doordring ik jou.
Maar gevoelens veranderen,
en seizoenen doen dat ook.
En hoeveel gevoel er ook moge zijn,
winter zal het altijd worden.
En het water zal bevriezen.
Het zal de rots kapotmaken,
hem in tweeën splijten,
en in de golven doen verdwijnen.
Weet je nog,
daar op die rots?
Herfst was het toen.
- Annegriet -