Daar sta ik aan de vloedlijn,
de enige plek waar ik mezelf kan, wil en mag zijn
ik fluister mijn woorden, die langzaam met de wind weg waaien
voel hoe de wind speelt met mijn losse haren
als enige sta ik, een vage schim in de verte, op het strand, op een dag dat de zon besloot niet te gaan schijnen
zoekend naar een manier om mijn angsten en onzekerheden voor altijd te laten verdwijnen
langzaam laat ik me zakken, zitten aan de vloedlijn
teken ik figuurtjes in het zand, telkens overspoelt door het water
'help me' staat er
in het geheimschrift dat ik voor mezelf heb verzonnen
ik ben er ooit een dagboek mee begonnen
dat ligt nu op een plek waarvan ik niet meer weet waar
steeds meer beelden van wat ik heb meegemaakt flitsen door mijn hoofd, terwijl ik in de verte van de zee staar
Daar zit ik aan de vloedlijn, geen besef meer van eb en vloed
geen stem in mijn hoofd die bij me opkomt, en me opdraagt dat ik opstaan moet
ik zie langzaam het duister vallen over de zee
enkele van mijn brieven drijven op de golven mee
tranen beginnen te stromen, warm, in contrast met het koude zeewater dat om me heen spoelt
nooit eerder heb me me zo vrij, en tegelijkertijd zo gevangen gevoelt
mijn kleren voelen zwaar
als ik probeer op te staan
bij gebrek aan bestemming laat ik me weer terugvallen in zee
en voor het eerst die dag spreek ik verstaanbare woorden uit:
'Neem me mee..!'
Daar, waar ik stond, aan de vloedlijn, ligt nog mijn doorweekte sjaal,
die ik als symbool voor mijn vrijheid had af gedaan
ik heb me mee laten drijven op de golven, laten overspoelen, gedronken van het pijnlijk zoutte water
je zult mij zien, op iedere foto die je van de zee zult maken
de zee, die me heeft gegeven waar ik jaren naar zocht
de zee, die me heeft omarmd, nu ik klaar ben met de tocht
welliswaar voortijdig afgebroken
maar weet dat ik er zelf voor heb gekozen
laat dat een sussende gedachte zijn
ookal doet het verdriet om mijn dood nogsteeds onnoemelijk veel pijn
Daar, aan de vloedlijn..