Ik droom nog vaak,
De nacht die ’t zegt.
Ik denk nog vaak.
Mijn hersens weten waarover
Ik voel het nog,
Dat doe ik zelf,
Het zien, jouw hand
Op mijn schouder.
Jouw vingers
Heb ik altijd nabij
Het beeld blijft zichtbaar,
Jij voor mij.
Het samen zijn is nog te voelen,
die ene hand die
ons bij elkaar kreeg, ik, jij
Alleen die gedachte al
Zonder jou.
Dat maakt mijn leven grijs.
Want ik…
Ik wil geen ander leren kennen.
Ik wil.
Jouw hand op mijn schouder.