Dit gedicht schrijf ik speciaal voor een goede vriendin,
Ze is heel sterk en moedig, dit wil ik laten weten voordat ik begin.
Zomaar het huis uit getrapt zonder fatsoen,
Snap niet van haar ma dat ze dat kon doen.
Uiteindelijk draaide het maar om 1 reden,
Dat stomme geloof, het lijken wel een soort juryleden.
Ze zeiden gewoon tegen haar, die jongen is niet goed voor jou,
Maar wat nou als ze er zielsveel van hou.
Moet je zomaar iemand opgeven,
En verder gaan met je leven.
Ze wou met die jongen verder, maar ze kreeg de keus,
Het maakte haar ontzettend nerveus.
Want kiezen tussen je vriend en je moeder is moeilijk en slopend,
En ze wachtte nog even steeds hopend.
Hopend dat haar moeder zou veranderen en kalmeren,
En een plekje voor haar vriend zou creeren.
Dit zat er niet in en ze stond op de stoep met al haar spullen,
En de mensen om haar heen maar lullen.
Dit is zo erg en verschrikkelijk stom,
Het is een nette lieve jongen en helemaal niet dom.
Geef haar in 2006 wat meer geluk en zegen,
Want ze heeft al genoegt koude regen gekregen.