Jij kwam uit die vreemde,onvindbare stad.
Jij kwam op dat witte,vriendelijke paard.
Jij kwam van verre velden,van stoffige wegen.
Jij kwam om samen te zingen in dezelfde taal.
Jij kwam volledig met stof bedekt.
Het wachten is voorbij met jou is de lente meegekomen.
Wat is het fijn om jou te zien,wat is het fijn dat je er bent,wat is het heerlijk om het stof van je lichaam te vegen.
Hé, bekende vreemdeling,kom hier, ik houd van jou.
Neem me naar de stad vol verhalen,neem mijn handen in de jouwe.
Wat is het fijn dat ons dak eens wordt met elkaar.
Blijven wachten totdat je voor mij terugkomt.
met jou zou zelfs gevangenschap simpel zijn.
Hé, bekende vreemdeling,kom hier, ik houd van jou.
Ik zou de dagen en seconden tellen totdat je weer terug komt naar hier,
hier