Ik zie het vuur in je ogen,
wachtend op het moment.
Ik voel de warmte van je lippen,
alsof jij me al jaren kent.
Je lichaam raakt dat van mij,
je adem voelt zwoel aan.
Maar ik kan het niet,
ik wil niet verder gaan.
Langzaam neem ik afstand,
en wend mijn blik van je af.
Dit wilde ik zelf ook niet,
op het moment dat jij jezelf aan me gaf.
Je kijkt me angstig aan,
en ik voel mezelf breken.
Jij staat daar te wachten op meer,
je geeft me een teken.
Daarom zet ik een stap vooruit,
en doe m’n ogen dicht.
Je volgt mijn voorbeeld,
we verliezen onszelf in het avondlicht.