Je ogen spreken duizend woorden,
En ik kan ze maar niet verstaan,
Onbekende termen voor mij,
En terwijl we maar verder gaan.
Luister ik naar je stem,
Maar mijn gedachtes zijn er niet bij,
Ze denken aan hoe wij zullen zijn,
Hoe het moet tussen jou en mij.
Vol van mijn denken merk ik, het is stil.
En ik realiseer me dat je op reactie wacht,
Maar alles waar ik aan denk ben jij,
En wat je doet vannacht.
Ik zoek een uitweg, de juiste woorden,
Terwijl je wacht kijk je me hoopvol aan,
Ondanks dit moment, dat ik je wil en kan zoenen,
Moet ik het laten, reageren, en je laten gaan.
Maar ik vind het moeilijk,
Want ik voel aantrekkingskracht,
En je nietszeggende ogen geven niet weer,
Wat jij al die tijd in het gesprek heb gedacht.
Maakte jij al plannen voor ons deze avond,
Maar je ogen spreken teveel, onduidelijk en vaag,
En ik kan er in alle wartaal niet uit opmaken,
Wil jij mij, het liefst nog vandaag?
Hebben mijn ogen mij wél verraden,
Zag je dat ik je het liefst vannacht nog wil,
Liep je daarom weg na ons gesprek?
Of spraken mijn ogen ook teveel?
Zag je daarom niet waar ik heen wilde?
Maar kon je niet zien, dat ik jouw ogen niet las?
Gaf je daarom op, omdat je dacht,
Dat het in jouw ogen wel duidelijk te zien was?
Laat je ogen slechts die 3 woorden spreken,
“Ik wil jou”, heel duidelijk en zeg het me,
Want ik heb ze al eerder gesproken, met ogen en al,
En de hele avond nog, hebben we.