Waarom schelden?
Waarom schelden?
Wat bereik je ermee?
En dan vooral met een ziekte.
Je weet niet wat je me aandoet,
Als je met dat woord gaat schelden.
Misschien doet het jou niets.
Maar mij wel.
Me vader heeft die ziekte gehad,
Was hem bijna op jonge leeftijd kwijt,
Maar het is gelukkig niet zo.
Ik heb hem nog.
Maar waarom?
Waarom scheld je ermee?
Je lacht ermee.
Ik kan er niet om lachen.
Het doet me pijn van binnen.
Van binnen huil ik,
Van buiten zie je het niet.
Maar binnen in me,
Ga ik kapot.