Bij zon, maan en sterrenschijn,
Is een vakantie best wel fijn.
Even geen gedoe aan je hoofd,
Iets wat je een beetje rust belooft.
Geen zin in hetgeen wat bedoeld is te doen,
Geen nut in het tonen van fatsoen.
Leren, schrijven, werken kan er niet bij,
Want al het onlogische is gedwongen te zijn.
Omgeschreven en beleefd,
Dit versje weg geleefd.
Een versje bestaan uit een hoopje as,
Dat ooit niet lui maar energiek was. . . .