Neeeee, mijn handen onder zijn bloed,
Tis niet mijn schuld, ik bedoelde het goed.
Tis niet mijn fout, ik dacht dat hij aardig was.
Hoe kan dit, waarom blijkt hij een kwaadaardige gast.
Oh nee mijn heer, waarom deed hij dat nou,
Ik wou dat hij mij pakken zou.
“ridder bescherm uw knaap, behoed hem van smart”
als ijskoude ijspegels doorboren de woorden mijn hart
vocht uit mij ogen, bloed met water,
een goede bedoeling met een enorme flater.
“schildknaap, help uw heer met al uw ziel en hart”
ik sta in brand, woede overweldigd de smart.
Het zwaard van mij heer ligt dichtbij,
Mijn leven is toch al voorbij.
Met metaal in mijn hand,
Staat mijn hart volledig in brand.
“voor mijn heer” klinkt mijn schrale stem
met mijn zwaard hak ik op hem.
Blind door woede, doof door wraak
Vlammen in mij hart ontwaak
Ik brand harder, het vuur is niet te houden,
Oh als ze nu hem branden zouden.
Als in een droom wordt de gedachte werkelijkheid,
Ik wordt kwader, en zie geen spijt.
De ander schreeuwt het uit in pijn.
Ik twijfel even, zou dit wel gerechtigheid zijn?
De vlammen zwakken af, het vuur daalt in mij.
De man zakt in elkaar, aan mijn meesters zij.
“mijn jongen” ik hoor een zwakke stem
ik hoor mijn meester spreken en draai mij om naar hem.
“ridder en schildknaap zijn één tot aan het eind van de tijd”
“neem mijn zwaard en toon geen spijt”
“op jou rust de taak te zijn wie je kunt zijn”
“ik ben gerust in mijn lot, ik vindt het wel fijn”
de ogen sluiten, mijn meester is niet meer,
en zo ging heen de laatste ridder van weleer.
(wordt vervolgd)
Auteur: Max Argos | ||
Gecontroleerd door: Anastacia | ||
Gepubliceerd op: 13 januari 2006 | ||
Thema's: |