Donkere wolken hangen boven mijn hoofd
Ze zijn het spiegelbeeld van mijn gevoelens
Duisternis geeft een groot gemis
De zonnestralen zijn verdwenen
Het droeve verdriet verschenen.
Een felle donderslag
Weg is mijn laatste lach
Op mijn wang een traan
Mijn toekomst gaat eraan
Nee, dit is geen geklaag
Maar ’t begin va een regenvlaag!
Eindelijk kan ik mijn tranen laten vloeien.
De druppels stoeien in ’t rond
En eindigen op de grond
Nu is ook verdwenen, mijn grote mond
Ik voel me één met de glinsterende parels.
’t Zijn er zoveel
Heel even heb ik ’t gevoel,
Niet meer alleen te zijn
Met m’n tranen van verdriet
Niemand die ze nog ziet.