De mindere partij
Geen verweer is mogelijk,
Het lot ligt al zolang vast.
Strijden is zinloos,
Als mengeling van traan en haat
Op het vredesaltaar.
Vreselijk om te verwoorden,
hard voor mij om onder ogen te zien.
Zal mijn bloedend hart verwijten,
Dat ik je niet meer dien.
Ik zal blijven vechten,
Vechten,
Tegen onrecht tegen haat.
Als een doolhof,
Zonder enige kans op, afslagen.
Tast ik in het rond
Probeer een reden,
1 reden maar,
Te vinden op de vraag.
Waarom we dieren eten?