Voor iets dat beter is, voelt het best verrot.
Voor iets dat beter is, doet het best pijn.
Ik had een muur gebouwd.
Een muur zo stevig dat niemand er door kon komen.
Een muur zo sterk dat er geen gaatje in kon zitten.
Ergens zat toch een opening.
Ergens was toch een zwakke plek.
Vele hebben er naar gezocht zonder ooit te vinden.
Jaren hebben ze er naar gekeken.
Jij flikte het in een paar weken.
Ja ik voel me klote.
Ja ik heb de pest er in.
Laat mij maar liggen in bed zegt mijn gevoel.
Maar babe weet je?
Ik luister nu naar mijn verstand.
Heb een grote stap genomen en nu wordt er aan gewerkt.
Je hebt mijn muur gesloopt.
Mijn verstand zegt me dat het goed is wat je hebt gedaan.
Mijn gevoel weet zich geen raad meer om eerlijk te zijn.
Het spijt me dat jij degene moest zijn om mijn muur te slopen.
Het spijt me dat ik je de rust ontnomen heb.
Ik heb geen spijt van ons.
Het was goed en het was leuk maar langer moest het ook niet duren.
Dat weten we allebei.