en daar ga je dan,
zomaar weg
door de achter deur naar buiten
in de regen.
wat moet ik daar mee
wat deed ik verkeerd
elke keer het ge ruzie tussen ons
alleen maar om kleine dingen
ik zie het nog voor me,
de auto nog voor thuis,
joun tas op de achterbank
onze trouwring op de grond
je wou van me af,
je wou bij me weg,
als je met me gesproken had,
had ik het mischien begrepen.
de regen op weg,
op de auto
op jouw jas
ik zie het allemaal nog voor me
ik hield echt heel erg veel van je
ik zei het bijna elke dag
en tog wou je van me af
het laaste wat je zei wat doei en een lach
de weg glad van het regen,
de ramen beslagen van de warmte in de auto,
de auto van de buren die uit draaien
de knal.
waarom ging je nou weg,
waarom op dat moment,
wat deed ik verkeerd
we konden er over praten overna denken.
de knal,
de gil,
het vuur,
de dood....