Woordenloos in rijen
ik zocht de treurwilligen
dichtbij de groene bomenrij
een lege bank
ik zag alleen hen
die naar de grijze hemel grijnsden
kaal, krullend of spits
het deed me niks
op deze troosteloze dag
wie knipt er nu beukenhagen
tot dodenbewakers
zelfs de aardewaartse engel
sloeg bronsgroen uit
en hield zijn vleugels dicht
in het licht van de muur
lees ik Q en nis 20
waar bloemen hoorden
legde ik mijn steen
uitgekozen
omdat er geen later
Erna