In een snik zitten 10 dagen,
Niet minder en niet meer.
Tien dagen mocht je leven,
Rondkruipen op de aarde.
Want meer dat kon je niet.
En je moest blij zijn.
Blij met wat men je had gegeven.
Je mocht leven.
Of toch niet?
Stilletjes ben je weggekropen
In een hoekje, donker en klein.
Niet zichtbaar voor onze ogen
Kwijnde je weg,
Je was alleen, helemaal alleen
En dat kon je niet aan.
In een snik zitten 10 dagen.
Maar er komen veel meer tranen.
Veel meer opgekropte pijn.
Maar één snik wordt blootgegeven.
Tien dagen mocht je leven.
Toen heeft de dood je meegenomen.
Onmerkbaar kwam hij aangeslopen.
En onmerkbaar verdween hij weer.
Één klein verschil,
Bij die laatste keer droeg hij jou
In z’n handen.
Jij, die niet meer bent
En nooit meer zal zijn.
Jij, die alleen maar was…