mijn lippen vormen zich tot een bittere glimlach
in mijn wederzien met herinneringen, nooit vervaagd
en de nachten van eenzaamheid, in mijn hart gekerfd
toen de late uren de leegte in mij stimuleerden
zodat in mij slechts stilte heerste en onbegrip
over het feit dat de glazen die mijn lippen reikten
niet gevuld met drank maar met tranen waren
waardoor ik mijn verdriet niet weg maar in dronk
maar zij hielden mij tot kosten toe gezelschap
terwijl de tijd zich aan mij opdrong, met het besef
dat niets meer kon zijn als het was, voorgoed te laat
zodat ik walsen dansen zou met de bitterheid
die niet door mijzelf geplant was in mijn hart
maar die ik zo graag stimuleer uit zekerheid
alvorens wederom te dromen van verleden tijd
en de muziek die jij me stuurde klinkt mij in de oren
want dit had kunnen zijn, misschien, wat wij niet weten
als ik maar gaan liet, wat ik tot bloedens toe omklem
-maar dat heb ik niet, nog nooit gekund
zodat ik je nu bont en blauw gemept heb
zonder het te willen, in immens verdriet
slechts in de wetenschap, dat ik nu ben
tot wie ik mijzelf ooit bestempelt heb-