Er groeien meer en meer kleine bruine vlekken
Die zich al ouder worden komen uitstrekken
Om zo één per één je lijf gans te bedekken
Zodat je kunt beginnen morren en kwekken
Waar is dat ongerimpeld velletje naartoe
Zegt men dan eens oud en grijs als was het taboe
Omdat men verder leven moet denkend te moe
Als resten er nu geen paar jaartjes meer daartoe
Daarom spoel ik mij huid slechts met wat water klaar
En ik kijk nog niet eens, is er wel of geen haar
Want met wat zeep word je dit al eens niet gewaar
Maar als ouderling valt dit allemaal te zwaar
Dus tel ik maar mijn bruine vlekjes één per één
Zo kwam ik tot besluit wat ben ik nog te been
Meteen wist ik nu eindelijk waarom ik ween
Ik was nog niet getekend van kop tot teen