Zachtjes sluip je de trap weer op,
je wil me echt niet storen,
gewoon snel even bij me kruipen,
simpelweg mijn ademhaling horen.
Even strelen langs mijn gezicht,
het haar duw je aan de kant,
mijn neus, mijn wang, mijn lippen,
alles raak je even met je hand.
Dan lijkt het of ik wakker word,
je houdt je adem in,
je wacht tot ik weer verder slaap,
en zoent dan zachtjes mijn kin.
En dan ga je weer weg,
even snel als je er kwam,
en weg is weer dat fijne gevoel,
van tederheid dat je me ontnam.