Je glijdt steeds verder weg,
het lukt je niet, jezelf omhoog te trekken,
iedereen kijkt naar je, hoe je jezelf probeert te redden,
maar er is niemand die je helpt.
Dan val je, en je denkt,
niemand wil me helpen,
niemand geeft om me,
niemand houd van me.
Dan weet je dat je het alleen moet doen,
je moet zelf omhoog zien te komen,
niemand wil je helpen,
dus je zult het echt alleen moeten doen,
Je blijft klimmen en klimmen,
maar je komt niet omhoog,
het lukt je gewoon niet,
en je wilt het opgeven.
Iemand reikt je zijn hand, iemand wil je helpen,
je pakt de hand, en je word omhoog getrokken,
dan weet je weer dat niet alle mensen slecht zijn,
maar dat er ook goede mensen bij zijn.
Mensen die je willen helpen,
mensen die je proberen te beschermen,
mensen die om je geven,
mensen die van je houden.