Weg in gedachten,
Met niemand om me heen,
Niets alleen dan afwachten,
Zo hard als steen.
Ik ben er wel,
Maar mijn gedachten niet,
Een rinkelende bel,
Maar ik hoor hem niet.
Die gedachte afschuwelijk,
Die gedachte kan het niet aan,
Die gedachte zo gruwelijk,
Die gedachte wil niet weggaan.
Bloed loopt langs mijn wangen,
Tranen zo rood als wijn,
Ik in die gedachte gevangen,
Wil er niet meer zijn.
Mijn hoofd is leeg,
Alleen dat gevoel,
Mijn hart dat zweeg,
Wie weet wat ik bedoel.
Niemand zal het snappen,
Dat ik er niet wil zijn,
Van de trein wil ik afstappen,
Dan komt het alarmsein.
Mijn hoofd boordevol,
Maar ook zo leeg,
Ik leef mij in, in mijn rol,
Dat ik elke dag speel.
Zodat ze me niet herkennen,
Niet door het masker kunnen kijken,
Zodat ze mij niet zien rennen,
Zodat ik niet hoef uit te wijken.
Slechte gedachten,
Wil ze allemaal kwijt,
Ik wou dat ik weer kon lachen,
Dan had ik geen spijt…