Wie schrijft die blijft tot ook hij gaan moet
Het lijk mij wel een kruisweg een stoet
Waarin men je eerst levend ontmoet
En je pas later, eens dood, begroet
Zij die het succes zijn toegedaan
Oogsten grote naam, grote baan
Maar wat heb je er eigenlijk aan
Hier op aard in dit kort bestaan
Je staat er hoe dan ook alleen voor
Hoe je wint of hoe je ook verloor
Het nageslacht heeft een kort gehoor
De nostalgie gaat er door teloor
Waarom schrijf ik dan nog eigenlijk
Alles zo mooi en niet walgelijk
Wijl ik hier zo arm sta uit de kijk
Als wat stof gemerkt door jullie slijk