Kijkend
Naar de bodemloze lucht
Waar talloze wolken
Het hemelrijk bevolken
Lijkend
Op lichamen
Van wit wol en zijden
Die tegen een blauwe achtergrond
Soepel en statig
Aan mijn oog voorbijglijden
…..
Mijmerend
Over hun unieke (zilverzachte) vormen
En hun vluchtig bestaan
Vraag ik mij af
Waar ze uiteindelijk heen zullen gaan
Dromend
Voelt mijn hoofd zwaar en moe
Strek ik mijn armen
En zweef naar de wolken toe
Tussen hen voel ik me speels en blij
Samen dansen we luchtig en vrij
Kijkend
Naar de tomeloze blauwe planeet
Waar talloze volken
Het aardrijk bewolken
Lijkend
Op muggen
Die voor de eerste lenteregen
IJverig en gedwee
Door elkaar heen bewegen
…..
Mijmerend
Over hun unieke (belichaamde) vormen
En hun vluchtig bestaan
Vraag ik mij af
Waar ze uiteindelijk heen zullen gaan
Dromend
Over ijverige aardse wolken
Zilverzachte hemelse volken
Zie ik de grenzen vervagen
Ieder element
Een stukje universum in zich dragen
Zoals de wolken samengaan tot een hemelse wolk
Gaan de mensen op tot een aards volk
Kijkend
Terug op aarde
Met boven mij een schitterende sterrenpracht
Lijkend
Op feestverlichting
In een gitzwarte tropennacht
Ontwaar ik
Dat mijn bevriende hemelbewoners
Niet meer bestaan
…..
Mijmerend
Bedenk ik
Dat het de ijverige aardbewoners
Wellicht niet anders zal vergaan
………….
Of toch heel...
heel misschien
Zullen ze ooit nog samenkomen
Of bestaat zoiets alleen maar
In de (v)luchtige wereld van mijn
Dromen