Zullen we gaan wonen in een troosteloos dorp
waar alles nat is en plakt
waar een bus rijdt waar misselijk kotsende kinderen hossen en
nergens een bos is.
We hebben al een huis dat niet bestaat maar toch waar is
De muren hebben we geverfd en er staan gedichten op het raam
We hebben geen tv.
Als alles open staat en de vleugen door het huis spinnen
Je bent zo gelukkig in je modderjurk,
jouw sigaret zal altijd de mijne zijn.