de honger van uitgestrekte
witte huiden moet gestild
de angst
ze te bederven,
zo smetteloos nog
de schaamte maar verlangen
naar wat een eerste spoor
in pas ontwaakte lakens na zou laten,
leegte gooit
volop zijn koude in netten
over je vingers uit,
verknoopt ze,
verwringt ze tot bleke knokels,
verhit ze
tot klaar-
komen woorden,
woorden