Ik hoef jou niet te vragen wat je van parapluutjes vindt: ik zie het
aan hoe je je lippen tuit en vogelkusjes hapt in mijn wang
en de doorgeeftranen die van je discman rollen over de vloer van de trein
Ik hoef niet te vragen of je ooit terugkomt want je danst –
Decadent zelfs dat
je meer verdient dan (alleen) een mooie neus met gaten.
Want ik kan je vertellen: dat je nu een prinses bent, een schoppende,
met kapotgescheurde jarretels en een pluizige pyjamabroek
één met duizend dobbelstenen in haar beha. In de zomer duw je
je tenen tegen het raam
ik pluk vandaag een bloem op straat.