En in mijn ogen wankelt nevel mosbegroeid en waterweek zo levenloos en lijkenbleek omarm je mij getijdenhevel
Jouw schemer schilt de droeve resten en bladerig hangen mij de schalen als willoos strandgoed bij ’t verdwalen van een voelen, een rekwesten
Zwevend koelt plots adem ‘trif met ‘t vorderen van jouw zachte lippen - ik dorst en wankel op de klippen - houd jij mij plotseling stevig in jouw greep
Het stille sponsen trekt mij aan alsof ik wakker word en nieuw in geest volg ik jouw golfslag toch het meest tot aan het eind van dit bestaan. ********** sunset 04-03-2006 **********