Misschien is zij wel
de moeder die me steeds strafte
omdat ze van me hield
en die ik soms haatte als kleine jongen
omdat ze me verknechtte
maar later aanbad
omwille van haar wijsheid en kracht.
Misschien is dit de rol
die ze niet spelen wil
naast minares, therapeut en liefdesgodin,
de vrouw van al mijn jeugddromen.
Misschien is zij wel
de dode moeder die ik mis,
haar zelfzekere vermaningen
die me moed insprak
toen het water me stond
tot aan de lippen.
Maar wellicht ben ik
de moeder die je nooit had
de vader die je heimelijk aanbad
en bovenal het speelse kind
waar je altijd op hebt gewacht.