En het was
op een dag.
Ik herinner me nog zo
onvoorstelbaar goed.
Van toen.
Sterren vielen uit de hemel.
Recht in je ogen.
Zodat ze schitterden.
En het enige, wat ik
kon bedenken was.
Dat mes te nemen.
Je te steken.
En het bloed
zoals sap opdrinken.
En heerlijk bulderend lachen.
Totdat ik zelf
neerviel.
Door (on)gunst.