Een traan rolt over mijn wang,
en ik ben ook wel een beetje bang.
Nu jij van me bent heen gegaan,
moet ik zonder peter verdergaan.
Je bent voor eeuwig mijn rechterhand,
dat staat in mijn hartje gebrand.
Soms lig ik met mezelf overhoop,
maar dan denk ik aan jou, en krijg ik weer hoop.
Die traan is nu weg, zoals jij,
maar ik weet dat hij er was, en mijn verdriet is nog lang niet voorbij.