Het rood der rozen van het bruidsboeket
had op haar wangen een blos gezet
en kleurde ook haar echtgenoot
in een lieflijk rozenrood.
Het rood der rozen naast het bed
waarin zij een zoon op de wereld had gezet
dat door het bloed dat zij vergoot
kleurde in pijnlijk rozenrood.
Het rood der rozen langs het pad
dat zij die dag voor 't laatst betrad,
de zon die langzaam het daglicht sloot
kleurde de hemel rozenrood.
Het rood der rozen op haar graf,
het boeket dat mij vertroosting gaf,
kleurt nu voor eeuwig ook haar dood
In een bitter rozenrood.