Hemelkloppen
Het was altijd ons twee, wij tegen de wereld
ik misschien wat zwakker, jij eeuwig sterk
ik traande, jij zweette en wij bloedden tezamen
een perfect balans tussen twee verdwaalden
Door jou vond ik mijn weg, jij leidde me daar
klopte ik op hemelpoorten waar zonden begaven
maar altijd blijven graven in mijn ooghoeken
heeft tot verlies van beide kanten geleid
Jij beschermde, je schermde me af
weg van de kwade buitenwereld
zonder zelf jouw rug te dekken
- je riep nog ‘ik vang je, ik vang je’
terwijl jij het was die viel
R.