Wie knipt er al onze vuile wratjes
Al bij een gevraagde huidtherapie
Wie stelpt dan het bloeden vlug met watjes
Dat is die lieve dokter Bonamie
Daar stond ik dan, met ditjes en datjes
Als satraap van mijn wratjessatrapie
Zwetend van angst de ogen licht natjes
Zag ik haar al in monodiplodie
Van rechtstaande plots liggend op matjes
Ging het van komedie naar tragedie
Naalden, scharen, verdovende spatjes
En dan voltooide ze de symphonie
Pleister links, plakker rechts, groot als latjes
Allemaal op het hoofd, niet op mijn knie
Wat zullen ze lachen al mijn schatjes
Met die eendaagse tronie als zombie