Wanneer ik dood en weg zal zijn
ontbonden tot onnoemelijk klein
van niets naar niets ben weer gegaan
heb ik dan ooit wel eens bestaan?
Een leven vol van nietigheid
vergleden in de eeuwigheid
een puntje uit een groot heelal
verpulverd tot een niemendal.
Een toeval dat tot leven kwam
zichzelf voor iets bijzonder nam
weggevaagd en weggesmeten
weggewist, voorgoed vergeten.
‘k Benijd de mens die heeft geloofd
aan wie een hemel is beloofd
door enkel ’t goede na te streven
kan die daarna nog verder leven.
Dat is voor mij niet weggelegd
ik ben dan ook echt veel te slecht
maar toch… als grote klungelaar
misschien een goede moordenaar.
( goede moordenaar: zie Christus aan zijn kruis)