Jongens
Het ijs is weer water,
de horizon gedaald,
je zucht, en denkt aan later,
als je de ellende hebt gehaald.
De oceaan word leeg,
de lucht word minder vuil,
ik denk aan jou lach,
enkel je lach,
je zweeg.
Jouw kuiltjes worden minder,
in het blozen van je wang,
je wend je hoofd naar ginder,
ik voel me laatste rang.
Je ogen vormen spleetjes,
spleetjes duivelsrood,
je staat op de laatste treetjes,
de treetjes naar de dood!