Mijn schattje…
Jouw worden zo zoet als snoep.
Maar nooit toegelaten in een groep.
Jouw tranen zo bitter als mijn koffie.
Maar je was wel een moppie.
Om mij heen je arm.
Jou liefde zo warm.
Wat ben ik blij dat ik je heb ontmoet.
Je weet niet wat je met me doet.
Weet je dat ik blij door jou ben.
Nu ik je een tijdje ken.
Verliefd, in één oogopslag.
Op dat moment was je de enigste die ik zag.
Maar na een tijdje met elkaar…
dacht ik, is jouw moed en kracht werkelijk waar?
Dag na dag begon ik meer te beseffen,
dat ik die vraag bij jou neer moest leggen.
Maar ‘k vloeden het ook in mijn hart.
Dat jij wel een zekere kracht bezat.
Maar ik voelde ook een bloedend hart dat vanbinnen zat.
Laat hem door mij helen,
zodat een ander hem niet meer kan stelen.