Mijn ambachtelijke leven duurde echter maar even.
Het werd bruut verstoord.
Maar dat heeft, één ieder al gehoord.
Waar zouden we zijn.
Ik bid elke dag.
En vraag één minuutje “geen pijn”.
Maar ik weet, dat ik dit niet mag vragen mag.
Jij die mijn been in vuur en vlam zet.
Jij en ik, voortaan zijn we samen.
Jij en ik op het randje van ons bed.
Jij bestaat uit velen namen.
Er is er maar één “Posttraumatische Dystrofie”
Jij zette onze wereld op de kop.
Ik wilde je kwijt en kreeg medicijnen.
Infusen nog meer morfine en rust, maar jij gaf niet op.
Tranen met tuiten en vreselijke pijnen.
Soms lijkt het of jij de strijd opgeeft.
Ik kom weer op adem en ga weer vooruit.
Dan flits jij weer op, als of de aarde beeft.
Ik ben weer terug bij af, weg de gewonnen buit.
Ik vraag me af,wie je bent.
Hoe kunnen ze jou toch genezen.
Is er iemand die jou kent.
Heelveel informatie heb ik al gelezen.
Het geen ik las was vond ik niet leuk.
Jij en mijn gezin zullen samen moeten leren leven.
Jij gaf mijn privé, één enorme deuk.
Laat me nu toch eens met rust, al was het maar voor even.
Ik verzwak door jou, en ben vaak heel moe.
Mijn mogelijkheden worden, kleiner en minder.
De diverse hulpinstanties breiden zich uit, en stromen toe.
Met plannen en overleg ondervind ik alsnog veel hinder.
Ik aanvaard de helpende hand, om me heen.
Ontdek geen vooruitgang maar blijf koel.
Want jij, plant zich voort in mijn been.
Maar met respect voor jou bereik ik langzamerhand mijn doel.
Jij hebt nu een plekje in mijn leven.
Ik pluk de dag, en doe wat ik kan.
Soms groot, vak klein en meestal maar even.
Maar als het lukt, gho… wat geniet ik dan.
Geen pure wanhoop.
Maar nu ben ik weer een stuk.
Maakte even tijd dat ik achter de pc kroop.
En zit weer op mijn gekleurde kruk.
RvM