Woorden dansen in mijn mond
door de balzaal van mijn angst.
De gedachte als religie,
bekneld door wit ivoor.
Die ene die ontsnapt
is niet weggegaan,
ze is nooit hier geweest
Een zucht klieft door de ruimte.
De stille hoop dat het
toch geen zwijgen wordt
sterft een luide dood.