Langs de horizon van het polderland opent de morgen zijn gezicht.
Het eeuwige water,bron van het leven. Draagt donkere schepen verder.
In een landschap zo schoon, voor de enkeling die er ontvankelijk voor is.
De natuur een kunstenaar die niet te evenaren is.
Waar we de natuur wanhopig in banen lijden.
Met onze rare westerse kronkels in het denken.
Onze hollandse ruimdenkendheid die scheuren vertonen.
In dijken waarachter we leven.onder de zeespiegel.
Waar socialisme,materialisme en het gematigde poldermodel,
de revue passeren. Waar haast alles is aangelegd,
met bomen die heimwee hebben naar het bos.
Waar kinderen vervremen van de schoonheid van alle dag.
Ramen geblindeerd waardoor het licht zijn spel niet kan spelen.En materialisme een permanente vervanging
dreigt te worden.Gaten moeten vullen in tijd door ons gecreeerd. Die de leegte moet vullen in een onzekere tijd.
Die het leven proberen te vangen in een net,
met mazen die vreemde structuren hebben.Gemuteerde methodes,die nog altijd te ontrafelen zijn,als je blijft wie je bent.Terwijl de lente nog steeds invloed heeft op de mens.
J.S.2006